Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], En men maakte Salomo bekend, zeggende: Zie, Adonia vreest den koning Salomo, want zie, hij heeft de hoornen des altaars gevat, zeggende: Dat de koning Salomo mij als heden zwere, [67]dat hij [68]zijn knecht met het zwaard niet doden zal! 67. Hebreeuws, zo hij zijn knecht met het zwaard doden zal! 68. Alzo noemt Adonia zichzelven, om te verklaren dat hij nu zijn broeder voor zijn heer erkende en bereid was hem te dienen en te gehoorzamen. Vergelijk onder, hfdst.18 vs.12,13, en hfdst.20 vs.32, en 2 Kon.5:15,17.